de koe

 

 

 DE KOE

 

 

 

Ik hou mijn spreekbeurt over de koe om dat ik op een boerderij woon en mijn vader heeft koeien.

 

Hoofdstuk 1: Hoe ziet een koe er uit ???

 

Hier noem ik een paar dingen van een koe en wat ze doen:

 

De oren: De oren van een koe zijn groot. Koeien kunnen ze in bijna alle richtingen draaien om geluiden op te vangen als er gevaar is.

 

De bek: De bek is perfect gemaakt om mee te grazen. De koe trekt het gras van de grond en slikt het zonder te kauwen door.

 

De staart: De staart is heel handig als vliegenmepper. 

 

De magen: Een koe heeft 4 magen:

 

  • De eerste maag: De eerste maag wordt ook wel de Pens genoemd. De koe slikt het gras zonder te kauwen in. Dan komt het bij de eerste maag: de pens. Als de pens vol is, komt het gras beetje voor beetje weer in de bek. Dan gaat de koe het fijn kauwen.

        Daarna wordt het weer ingeslikt en komt het in de volgende maag.

 

  • De tweede maag: De tweede maag ook wel de netmaag genoemd. Hier wordt de herkauw massa verder verteerd en gaat dan naar de volgende maag.

 

  • De derde maag: ook wel de boekmaag genoemd. het is zo genoemd om dat daar het vocht er uit gehaald wordt.

 

  • De vierde maag: ook wel de lebmaag genoemd. Dat lijkt op een mensenmaag. Hier worden de voedingsstoffen verteerd. Voedingsstoffen worden opgenomen via de darmwand.

        Door het bloed gaan ze naar de plek waar ze nodig zijn. De rest die niet wordt gebruikt gaat naar buiten(mest).

 

De uier:  Dit wordt ook wel de melkzak van de koe genoemd. Binnenin is het verdeeld in 4 kwartieren, elk met 1 speen.  


                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            Hoofdstuk 2 Van kalf tot koe   Ik deel 2 boeken van de koe uit

Van kalfje tot koe

  • Een baby-koe heet een kalfje (0 tot 1 jaar)
  • Een 'tiener'-koe heet een pink (1 tot 2 jaar)
  • Vanaf haar tweede jaar krijgt een koe jaarlijks een kalfje. Een jonge koe, die nog maar één keer een kalfje heeft gekregen, heet een vaars (2 tot 3 jaar).
  • Een koe is pas een volwassen koe na de geboorte van haar tweede kalf (3 jaar en ouder).

De oudste koe bij ons op de boerderij heet trix 4 en is 13 jaar oud.  En die koe heeft bijna 100.000 liter melk gegeven. 

 

Melklijst van Trix 4 no 42 laten zien 

 

Waarom hebben koeien een oormerk?    Oormerk omhoog houden


Net als mensen heeft ook elke koe een eigen paspoort. Dit heet een koekaart. Hierin staat wanneer en waar ze geboren is, wie haar ouders zijn en welke boer haar baas is. 
Omdat een koe geen broekzak heeft, zit het paspoort in de vorm van een geel plastic kaartje in haar oor: een oormerk. Op het oormerk staat het 'paspoortnummer' en in de computer van de boer staan alle gegevens van de koe. Voor de zekerheid heeft ze twee oormerken. Want als ze er eentje verliest, heeft ze er altijd nog 1 over .De oormerken zijn heel belangrijk. Als de koe een ziekte heeft, kan haar hele familie gevonden worden.

Nu laat ik zo’n paspoort zien.

Koekaarten  laten zien

De ene is van onze oudste koe en de andere van het laatste kalfje dat geboren is.

Oormerk en koekaarten doorgeven 


 Hoofdstuk 3 wat eet een koe

 

Van voeding tot mest
 

 's Zomers eet een koe wel 90 kilo vers gras per dag!  Om veel melk te geven krijgt ze daar nog krachtvoer bij; bijvoorbeeld brokjes.

Een koe die 20 liter melk geeft krijgt ongeveer 7 kilo brok en een koe die 35 liter melk geeft krijgt 13 kilo brok. 

Brokjes laten zien 

Een koe kauwt haar voedsel twee keer. Herkauwen heet dat. Om haar dorst te lessen drinkt ze dagelijks 70 liter water! Een koe poept en piest 100 kilo mest en plas per dag. De mest heeft de boer nodig om gras te laten groeien op het land.

 

Wat eet een koe als ze in de winter op stal staat???:

Voor de winter moet de boer zorgen voor een voorraad gras. Vooral in het voorjaar, als het gras hard groeit, maait de boer een deel van het gras en laten het gras drogen op het land. Daarna rapen speciale machines het gedroogde gras op en wordt het op een grote hoop gegooid. De boer laat het gras 'inkuilen'(dat wil zeggen dat over het gras wordt gereden om de lucht eruit te krijgen) en bedekt dit gras met plastic en zand. Zo blijven de smaak en de voedingsstoffen van het gras behouden. Dit gras wordt kuilgras genoemd. 

Op het bord hangen foto’s van mij.   


   

Hoofdstuk 4   Melk van de koe

 

De melk wordt gevormd in melkblaasjes. Om 1 liter melk te krijgen moet er 300 tot 400 liter bloed door de uier stromen. Als er op de juiste manier op de speen gedrukt wordt, komt er melk uit.

 

Plaatje van de melkstal laten zien

 

Bij het melken met de machine worden 4 speenhouders gebruikt die aan de spenen zuigen. De melk gaat rechtstreeks van de uier naar de koeltank. Ze wordt op de boerderij bewaard in een koeltank op 3.5 graden.

 

Plaatje van de melktank laten zien

 

Als een koe net gekalfd heeft dan geeft ze ongeveer 20 liter melk. Dit zijn dus 20 pakken melk. Maar een koe die heel veel melk geeft kan wel 50 liter melk per dag geven.  

 

 

 

Van Holstein tot Hereford

Er lopen tegenwoordig tientallen verschillende koeienrassen in Nederland rond. Meest bekend zijn de melkkoeien, waarvan er meer dan één miljoen zijn. Ze zijn meestal zwart/wit of rood/wit gevlekt. Officieel heten ze Holstein zwartbont of roodbont. 
  
De andere koeien die je in de wei of in natuurgebieden ziet lopen, zijn meestal oudere Nederlandse rassen of koeien die voor het vlees worden gehouden, zoals de Lakenvelder of de Charolais. Daarnaast zijn er vooral buitenlandse rassen, zoals de Belgische witblauwe, de Blonde d´Aquitaine en de Limousin uit Frankrijk en de Verbeterde roodbonte uit Nederland. Hieronder een overzicht van twintig koeienrassen in Nederland.
  
Melkkoeien
  

Holstein zwartbont 
Zwart en wit, soms heel grillig gevlekt. Groot, vaak mager, een echte melkkoe. Oorspronkelijk uit Nederland, maar een eeuw lang gehouden in Amerika, voor de dieren in 1980 terugkwamen.
Holstein roodbont 
Rood en wit, soms heel grillig gevlekt. Groot en vaak zonder veel spieren. Geeft veel melk en heeft een grote uier. Familie van de zwartbonten, maar lang werden de roodbonten nauwelijks serieus genomen.
Brown swiss 
Grijsbruin met een zwarte neus en een witte muil. Een bergkoe uit Zwitserland, die tegenwoordig vooral in Amerika veel voorkomt. Het zijn koeien met sterke poten en een mooie uier.
Jersey 
Lichtbruin tot reekleurig en klein. Doet een beetje aan een hert denken, vooral ook door de grote ogen. Een Engels ras, dat populair werd omdat het in de melk een hoog vetgehalte had, waaruit veel boter gemaakt kon worden.
Montbéliarde 
Donkerrrood en wit met witte kop. Een bergras uit het oosten van Frankrijk, dat opvalt door stevige vormen, sterke poten en toch een goede melkproductie. Daarom ook in Nederland behoorlijk populair.
Mrij (maas-rijn-ijssel) 
Rood en wit. Kwam vanouds voor in het rivierengebied. Vandaar de naam.Al heel lang gebruikt voor melk en ook vlees. vooral hun kalveren waren geliefd, omdat ze prima wilden groeien. De koeien verdienen respect omdat ze economisch goed presteren.
Fries roodbont 
Veel rood en wit, met mooie vormen in het lijf. Honderd jaar geleden dreigden ze uit te sterven, omdat men meende dat ze ongewenste varianten waren van zwartbonte ouders. Soms werden ze te vondeling gelegd.
Oud-Hollandse rassen
   
 
Lakenvelder 
Zwart en soms rood met een wit ‘laken’ over de romp. De koeien hebben een voorname uitstraling en lang werden ze dan ook gehouden op de weilanden bij kastelen. Toen die verdwenen werden ze zeldzaam.
Blaarkop 
Zwart of rood met een witte kop en ‘blaren’ rond de ogen. Koeien met een prachtige ruglijn en stevige spieren. Vooral hun poten zijn sterk, zodat ze steeds belangrijker worden als natuurverzorgers.
Witrik 
De kleur van de gestippelde body kan variëren: zwart, grijs of zelfs blauwachtig. Vast patroon is de witte streep over de rug. Die kwam ook al voor bij de oeros, dus gaat het hier om een oud koeienras.
Fries-hollands zwartbont 
Zwart en wit, mooi afgebakend en een wit vlekje op de kop: een ‘kol’. Een eeuw lang het meest bekende ras in Nederland, dat in heel de wereld beroemd werd. Sinds 1980 bleek dat andere rassen meer melk produceerden.
Vleeskoeien
   
 
Brandrood 
Vrijwel helemaal donkerrood en prima bespierd. Een sober ras, dat daarom heel geschikt is voor beweiding van natuurgebieden als uiterwaarden. Ze doen denken aan de rivierkoeien van heel vroeger.
Verbeterd roodbont 
Donkerrood en rond van vormen. De roodbonte koeien van ons land kenden vele variaties. De meest bespierde werd ontwikkeld in de richting van een vleeskoe, die opviel door haar mooie, ronde billen.
Jersey 
Lichtbruin tot reekleurig en klein. Doet een beetje aan een hert denken, vooral ook door de grote ogen. Een Engels ras, dat populair werd omdat het in de melk een hoog vetgehalte had, waaruit veel boter gemaakt kon worden.
Montbéliarde 
Donkerrrood en wit met witte kop. Een bergras uit het oosten van Frankrijk, dat opvalt door stevige vormen, sterke poten en toch een goede melkproductie. Daarom ook in Nederland behoorlijk populair.
Brown swiss 
Grijsbruin met een zwarte neus en een witte muil. Een bergkoe uit Zwitserland, die tegenwoordig vooral in Amerika veel voorkomt. Het zijn koeien met sterke poten en een mooie uier.
Piemontese 
Grijs met donkere ‘blaren’ rond de ogen. Een Italiaans vleesras, dat geen extreme spiermassa’s heeft, zodat de kalveren gemakkelijk worden geboren. Daarom zijn ze in Nederland veel gebruikt bij kruisingen.
Belgisch witblauw 
Blauw en wit en soms vrijwel helemaal wit. Een Belgisch vleesras bij uitstek, kijk maar eens naar de enorme dijen en de andere vleespartijen. Ze geven maar nauwelijks voldoende melk om hun kalveren te kunnen voeden.
Blonde d’aquitaine 
Licht- of donkerblond, de gebogen horens vaak wat naar beneden. Een vleesras uit het zuidwesten van Frankrijk, dat opvalt door een evenredige bouw van het forse lijf. Een mooie koe in het landschap.
Charolais 
Wit of crème met een roze neus en flinke horens. Een ras uit Midden-Frankrijk, dat door de forse lichaamsbouw en hun rustige gedrag indruk maakt in het landschap. Een echt vleesras, wereldwijd gewaardeerd.
Limousin 
Rood of roodbruin met korte horens. In Frankrijk werden de koeien vroeger gebruikt voor de kar of de ploeg, tegenwoordig zijn het vleesleveranciers. Forse dieren zijn het, met mooie lijnen en flinke ‘schoft (de schouders)
Schotse hooglander 
Bruin met een dikke vacht en lange horens. Vanuit Schotland zijn ze rond1985 naar Nederland gekomen om natuurgebieden te begrazen. Ze zijn ‘winterhard’ en passen goed op hun kalfjes.
Hereford 
Donkerrood met witte kop en staartpluim en omlaag gebogen horens. Een voornaam, Engels vleesras met een brede, ruige rug en korte poten, dat in de loop van de tijd over de hele wereld populair is geworden.
 
 
 
Wist je dat?
... bij het spel Koeienkrassen alle opgedane kennis getest kan worden?

Koeienweetjes

  • Het aantal melkgevende koeien in Nederland bedraagt 1,5 miljoen.
  • Nederlandse melkkoeien geven ruim 300 dagen per jaar melk en produceren 
    gemiddeld 8.000 kilogram melk per jaar.
  • Een koe in de wei eet per dag 80 kilogram gras.
  • Een koe in de stal besteedt gemiddeld 2 uur per dag aan eten en drinken.
  • Een koe heeft per etmaal voldoende aan 20 minuten slaap.
  • De gemiddelde hoogte van Nederlandse melkkoeien is 1.45 meter.
  • Een koe weegt rond de 500-600 kilogram.
Melkkoeien in Nederland

Bron: CBS/PZ, 2010  
Koeiennamen  
Een koe is een van de weinige dieren op een boerderij met een eigen voornaam, bijvoorbeeld 'Marietje' of 'Bertha', soms gekoppeld aan een nummer. 

Algemene aanduidingen voor rundvee zijn:
  • Kalf (een babyrund)
  • Pink (een vrouwelijk kalf van één à anderhalf jaar)
  • Vaars (een pink die heeft gekalfd)
  • Koe (een vaars die twee of meer keren heeft gekalfd)
  • Stier (mannelijk rund)
  • Os (gecastreerde stier) 
     
Registratie  

De gele 'oorbellen' zijn het paspoort van de koe. De Europese Unie eist dat alle koeien geregistreerd zijn. Bij problemen met de melk of het vlees van de koe, kan dan snel worden achterhaald van welk dier en van welke veehouder deze afkomstig zijn.

Veehouders melden elk geboren kalf op hun bedrijf aan bij een centrale computer. De veehouder krijgt daarop twee gele oormerken, voorzien van een streepjescode en een nummer. De veehouder bevestigt de merken in de oren van het kalf. Via de streepjescode en het nummer zijn alle koeien herkenbaar.

Halsband met zender
Koeien hebben soms een halsband. Op het moment dat een koe bij een voerbak komt wordt - via een zender in deze halsband - contact gemaakt met de krachtvoercomputer, bijvoorbeeld als de koe wordt gemolken. De computer regelt dat de koe niet meer voer krijgt dan de hoeveelheid die de melkveehouder heeft ingevoerd. Die hoeveelheid kan verschillen per seizoen, maar ook per koe. Als een koe een kalf heeft gekregen, krijgt ze bijvoorbeeld extra voer om weer op krachten te komen.

Wist je dat?
... de koe (gemiddeld) tien maanden melk per jaar geeft; ook als ze een kalfje verwacht. Ze is negen maanden drachtig, waarvan ze alleen de laatste twee maanden geen melk geeft.
Nog vragen?

Gedrag van de koe

Een koe is een sociaal dier dat van nature in groepen leeft. De aanwezigheid van soortgenoten maakt ze rustiger. Binnen ieder groep is een rangorde. Dieren die lager zijn in rang moeten de ruimte hebben om ‘hoger geplaatste’ dieren te ontwijken.  

In de wei grazen koeien 4 tot 9 uur per dag, waarbij afstanden van 3 tot 4,5 kilometer worden afgelegd. Daarnaast herkauwen ze ook 4 tot 9 uur. Ze liggen per dag 8 tot 14 uur en wisselen hierbij regelmatig van zijde. 
  
Koeien zorgen er voor dat hun huid schoon blijft. Ze kunnen met hun tong grote delen van hun lichaam bereiken. Met de staart verjagen ze vliegen. Met de achterpoten kan worden gekrabd aan kop en hals. Daarnaast likken koeien elkaar op moeilijk bereikbare plekken.